Jannes de Vries (1901-1986) was één van de bekendste schilders die de Groninger Ploeg voortbracht. Hij was enige tijd voorzitter van de Ploeg, maar maakte gek genoeg een ontwikkeling door die tegengesteld was aan de andere bekende Ploegschilders, zoals Jan Altink, Jan Wiegers en Johan Dijkstra. Waar zij in de jaren 20 landschappen en portretten in felle kleuren op het doek penseelden, en in hun latere carrières meer ingetogen gingen werken, was het bij Jannes de Vries juist eerder omgekeerd. Zijn aanvankelijk rustiger werken werden naarmate hij ouder werd steeds kleurrijker en feller. Dit doek uit 1981 toont deze bijna zinderende kleuren.
Jannes de vries schilderde voornamelijk landschappen, portretten en religieuze taferelen. Zijn opleiding kreeg hij begin jaren 1920 in Parijs, aan de prestigieuze Ecole Nationale Supérieure des Beaux Arts. In plaats van de terugtocht naar Nederland aan te vatten, nam hij de trein naar het zuiden. Hij keek rond en tekende in Zuid-Europa, en reisde verder naar Noord-Afrika. In Tunis raakte hij gefascineerd door de traditionele islamitische cultuur, de mensen (vooral de bedoeïenen) en de kleurenpracht. Deze en latere reizen naar Noord-Afrika dienden als een rijk stromende inspiratiebron, die hij ook aanboorde bij het schilderen van zijn religieuze werken. De Bijbelse personages, zoals Mozes en de andere figuren op dit grote olieverfschilderij, zijn gebaseerd op de beelden die hij vastlegde in Noord-Afrika.